Deze ontdekkingen hebben een totaal nieuw licht geworpen op de geschiedenis van West-Brabant. Tot voor kort dacht men dat dergelijke vondsten uniek waren voor het oosten van de provincie. Nu blijkt echter dat het Princenhaags grondgebied meer archeologische schatten bevat dan voor mogelijk werd gehouden. Volgens deskundigen heeft de bewoning van dit gebied te maken met de hoge dekzandruggen als woongebied en de lagere gedeelten (Haagse Beemden) waar men het vee kon weiden of dat als hooigebied gebruikt werd.
De expositie toont voorwerpen uit de diverse perioden: o.a.gewichten van weefgetouwen, aardewerk, glaswerk uit de Romeinse tijd, speer- en lanspunten.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) is Breda verschillende keren belegerd. Bij een dergelijke belegering werden grote linies van ongeveer dertig kilometer rond de stad aangelegd, die de belegeraar in de rug dekking moesten geven tegen aanvallen van een bevrijdingleger. Een compleet legerkamp van Prins Frederik Hendrik uit 1637 werd blootgelegd: een voor Nederland unieke vondst. Het kamp nam een oppervlakte van vier hectaren in beslag.
Twee complete waterputten en een uniek voorraadsysteem vormen de hoogtepunten van de tentoonstelling, maar ook andere voorwerpen zijn zeer zeker het bekijken waard. De expositie werd o.a bezocht door medewerkers van het ministerie van OC&W en de Noord-Brabantse vereniging voor archeologie. Zondag 12 juni is de laatste kans om de vondsten te bezichtigen. Daarna gaat alles weer terug naar het depot van de archeologische dient van Breda en zal het nog vele jaren duren voordat de voorwerpen weer te bewonderen zullen zijn.
|