BROER (HENK) TOUW & DE POST OP DE VLOEIWEIDE
Op de Vloeiweide ademt de verzetsman Broer Touw uit het dorp Princenhage de zuivere boslucht weldadig in zijn longen. Hij is op een duidelijk commando van zijn moeder, terwijl de wacht van de NSKK mannen wisselt, tijdens de overval door de Sicherheitsdienst in het voorjaar van 1944 thuis aan de Haagweg, onder het bed vandaan gekomen. Broer Touw vlucht naar Vic Sol aan de overkant. Hij heeft zich verstopt op zolder, zonder dat iemand weet dat hij binnen is. Als het grootste gevaar wijkt meldt Broer zich beneden binnenskamers.
Door Rinie Maas
Vic Sol op zijn beurt spoedt zich, na enige ruggespraak, naar we mogen aannemen, naar de familie Touw. Met een knipoog naar moeder Touw komt hij zeggen dat hij een fiets nodig heeft. Een fiets die Broer gebruiken kan om medio maart ver uit de buurt van de Gestapo in Breda onder te duiken op de Vloeiweide bij o.a. Sjors van Aart aan de Raamschoorseweg.
Moeder Touw Iedere Princenhagenaar zal zich hebben afgevraagd hoe het kan dat die vlucht is geslaagd. In essentie komt dat door het optreden die dag door moeder Touw. Het is nog winter en verrekkes koud in huis. De wacht heeft er last van. Af en toe slaan ze zich warm. Vanuit de keuken bekijkt moeder Touw dit met genoegen. Want er is schaarste tijdens de oorlog. En al brandt de kachel soms gezellig als een lier. Moeder Touw piekert er niet over om het vuur aan te maken, ook al wordt daar uitdrukkelijk door de NSKK mannen naar gevraagd. Als zij besluiten de wacht te wisselen, hetgeen enkele minuten duurt, kan broer op de vlucht gaan. Hij belandt op de door de O.D. reeds tevoren bepaalde vertzetspost op de Vloeiweide en kan verlost, van de nachtmerrie die hem in zijn greep had, gaan denken aan de frequenties, de golflengtes en de condities die hij met zijn makkers straks nodig heeft om te kunnen zenden. De zendpost Vloeiweide wordt, dankzij het werk van Broer Touw, opgezet. En dan al, tijdens een van zijn bezoeken per week of per 14 dagen, verneemt Leo Touw van zijn broer Broer Touw: "dat hij contact met "ze" heeft gehad. Vast staat dat vanaf die tijd al contact is gemaakt met de Inlichtingendienst. En "ze" dat kunnen vanaf 23 augustus ook Geallieerden zijn.
De schuilkelder Maar er is veel meer werk aan de winkel op de Vloeiweide. Met de stootkar sjouwt Leo Touw vanaf lente 1944 diverse soorten hout af en aan. Ze dienen om banken en schappen te maken om te kunnen zenden in een bij Neefs gegraven schuilkelder, indien nodig. Leo en Henk werken met plezier aan de afwerking. De goed gestutte afdekking wordt met boomstammen verhoogd, met zand, mos en heide afgedekt en zo verschijnt in het landschap, aan de rechterkant van de boswachterswoning, een bultig stukje gras en heide dat er "altijd al lag". De schuilkelder was 1.50 breed en 2.00 meter diep en enkele meters lang. Na de overval op 4 oktober 1944 van de Duitsers, waarbij Broer de commandant Steinmeyer doodde, probeert men hem te strikken "in het net" dat is gelegd. Met fatale afloop voor Broer en heel de post!
Kapperszaak Jo Captein We leggen voor een beter begrip enkele accenten op andere aandachtspunten omtrent de Post op de Vloeiweide. Wat is er van waar dat er over de Vloeiweide werd gepraat? Leo Touw bevestigt dat het zo is. In de kapperszaak van Jo Captein aan de Haagweg, daar waar de Tour de Francerenner Wim van Est zijn friteszaak had, ter plaatse van het huidige Bierreclamemuseum, daar had iemand er plezier in steeds De Vloeiweide ter sprake te brengen. "Jan Smit is er op afgestapt en heeft tegen de betrokkene gezegd: "als het niet afgelopen is dan snoeren we jou de mond". Was er een zendmast? "Geen sprake van!", stelt Leo Touw. Hing de zenddraad tientallen meters lang en hoog in de bomen. Leo Touw: "te zot voor woorden. Broer had het tamelijk geniaal in elkaar geknutseld, zodanig dat met een korte draad en behulp van een oscillator het bereik kon worden geëffectueerd". Na de inval op 14 maart 1944 had Broer zich vermomd met bril en snor. Leo Touw: "dat heeft hij een tijdje volgehouden. Zijn broer Daan, de priester Lazerist, heeft hem zo, op bezoek op de Vloeiweide nog gefotografeerd". De naam Hattink valt. Hij leerde Broer Touw in 1936 seinen. Kwam Broer door Paul Windhausen bij de groep? "Dat klopt", antwoordt Leo Touw. "De buurman Loomans kwam zeggen dat er telefoon was van een zekere Paul Windhausen". Dat was eind 1942 preciseert hij. "Moeder zei: "kijkt er maar mee uit Broer! Het is zo'n Duitse naam!""Er is toen al afgesproken dat op de Vloeiweide een zendpost zou worden opgericht". Op 6 september 1944 wordt de Post operationeel. Logisch! Op 4 september was Antwerpen bevrijd.
Het karakter van broer Een goed, droevig, ontroerend en humoristisch licht op het uitstekende karakter van Broer Touw werpt de brief die hij op 21 september 1944 aan zijn moeder schrijft als antwoord op een brief van haar, zo kan uit de tekst worden opgemaakt. Goed is de brief omdat hij zijn moeder kust vanwege haar verjaardag die pas is geweest op 8 september 1944. Een moeder die gekust wordt door haar kind, ook al is het in een brief, heeft troost, zo is mijn overtuiging, voor eeuwig. Droevig is de brief omdat erin iets doorschemert van het onheil dat Broer niet geheel onafwendbaar acht, gezien zijn woorden: "hoop spoedig weer met Gods hulp in uw midden te zijn". Laat ik me, zonder overdrijven, anders uitdrukken. Het is hartverscheurend! Een jongen zit midden in de oorlog. En slaakt de eenzame kreet: "alleen met Gods hulp, kom ik hier doorheen!". Voorzichtig optimisme is op te merken aan het eind van zijn in prachtig schoonschrift geschreven brief als Broer opmerkt dat hij op de Vloeiweide alles eet. "Het eten is uitstekend hoor! Dat zal straks een gemak zijn hè". En met een heel aardig vleugje humor voegt Broer Touw eraan toen "dat het dan toch ergens goed voor is geweest". Niks geen pathetische toestanden over diensten bewezen aan Koningin en Vaderland. Maar nieuws over het eten. Dat hij alles "blieft". Dat meldt Broer zijn moeder. "We waren appelmoes gewend", legt Leo Touw uit. "Vader moest licht verteerbare kost hebben". Broer heeft er schik in dat hij zijn moeder kan laten merken dat hij salade en bietjes eet. Ze kan nu alles voor hem koken!
De brief van Broer Omdat ik de brief onder de doodgewone aanhef "moeder" als een bijzonder document voor de geschiedschrijving beschouw gaan we na wat er verder door Broer Touw wordt geschreven. "Moeder, bedankt voor schoon goed en de kaart, heb er nota van genomen. Die windel is hier hoor. Dus hierover geen zorgen. Daan heeft dus een aardig wandelingetje gemaakt, ja, dat is gezellig dat hij thuis kon blijven tot de zaak gezuiverd is maar, enfin, gehoorzaamheid, is 'n schone zaak hé. Hierbij nog 10 eieren, heb ik hier in de buurt op de kop getikt en zijn voor de zwakken thuis. Ze kosten niets hoor! Verder hier geen nieuws. Dus eindig maar en hierbij 'n zoen voor Uw verjaardag en voor Vader ook. Hoop spoedig weer met Gods hulp in uw midden te zijn". Er volgt nu een zin die opvalt en die ik wil uitleggen vooraf. Broer heeft grote genegenheid jegens broers en zussen en vader en moeder op de eerste plaats. Maar moeder, weet Leo Touw, heeft omgekeerd een zeker ontzag, zelfs een zekere eerbied voor al de activiteiten die de zoon onder die verdoemde bezetting van de Nazi's aan de dag legt. In haar brief of kaart die aan de brief van Broer voorafgaat en die beiden zijn opgebracht naar de locatie ter plaatse door Leo Touw moet moeder Touw haar zoon met "U" hebben bejegend. En dat is, beste lezers, echt karakter! Daarover kapittelt Broer zijn moeder met de woorden: "U schrijft in het vervolg geen "U" naar mij hè! Ik ben dat verplicht tegenover U. Maar u schrijft tegen mij in het vervolg JIJ of JE". Deze 2e persoon enkelvoud staat in de brief ook echt in Kapitaal, d.w.z. met hoofdletters, ten teken hoe ontzettend serieus Broer dit meent.
Het gezin Touw Om Broer Touw, die loyale en zeer verantwoordelijke Verzetsjongen, te begrijpen moeten we zijn omstandigheden en achtergrond kennen. En het gezin waaruit hij voortkomt. Het is een gezin dat plichtsbetrachting hoog in het vaandel heeft. Er is een collectief maar ook een individueel geweten, zoals ook de kerk leert. Daaraan dient, vinden moeder en vader Touw, te worden beantwoord. De eisen die aan de kinderen gesteld worden zijn hoog, ook in deze moeilijke oorlogsjaren.Tegelijk is het een oergezellig gezin met een ruim zicht en een ruime geest, vele jaren fysiek gekneveld door de T.B. In die sfeer hebben Daan en Wim roeping als priester Lazerist. Ze worden opgeleid in Wernhoutsburg vlak over de grens voor Wuustwezel. Omstreeks 20 september brengt heerbroer Daan een bezoek aan Henk op de Vloeiweide. Hij neemt hem de biecht af. Dat lijkt nu vreemd. Toen was het normaal! Godsdienst was ingebed in het dagelijkse leven. Een flinke morele steun! De tragische apotheose nadert. Op 3 oktober begeeft Leo Touw zich gewoontegetrouw naar de Vloeiweide. De koster van Stokkum, tevens kapper, heeft hem alle scheer- en haarsnij middelen meegegeven. Tommy de hond, zo vernoemd naar de mode van de tijd omdat iedereen op de Tommy's wacht die ons komen bevrijden, mag mee. Hij komt kwispelend en uitgelaten rennend door de dreven mee. Op De Post is Broer aan het zenden en luisteren. Als Tommy op zijn schoot klimt wordt hij afgeleid en mist een aantal codes. Van de Bogaard is aan het werk gegaan. Hij scheert en knipt allen.
Een zoen voor altijd! Bij boswachter Neefs meldt zich een vreemdeling. Mevrouw Neefs roept er Paul Windhausen bij. De vreemdeling trekt de aandacht. Ook die van Broer en Leo Touw, de koerier. De vreemdeling is de vermoedelijke verrader, waarop wij nog zullen terugkomen aan de hand van nieuw feitenmateriaal. Hij is een ontvluchtte gevangene, naar zijn zeggen, uit het ziekenhuis, en zoekt de binnenweg naar Antwerpen, die hem gewezen wordt. "Broer", zegt Leo, nadat zij samen even oplopen, "die man is veel te netjes gekleed om een vluchteling te zijn". Broer antwoordt: "dat vind ik ook. Daar moeten we het over hebben in de groep". Onraad staat boven de Post op de Vloeiweide gespannen. Broer bekent Leo dat "hij vreest, dat er iets aan de hand is". Er vindt 's avonds overleg plaats. Van de Poel, hoofd van de O.D. in Breda, is daarbij aanwezig. Men besluit te blijven omdat verplaatsing van de post met de realistische gedachte dat de bevrijders nu niet meer zo heel ver verwijderd kunnen zijn een nog veel grotere aandacht met zich mee zal brengen. Nu, 60 jaar later, merkt Leo Touw met spijt in het hart op, dat als de groep 12 of 24 uur langer de tijd gegund was geweest dat men dan verdwenen was. De volgende dag op 4 oktober 1944 vindt de al eerder beschreven meedogenloze aanval van de Duitsers plaats. Broer gedraagt zich heroïsch. Bekijkt men de foto van het boswachtershuis dan ziet men talrijke kogelgaten bij het rechterraam. Daaruit blijkt dat de aanvallers precies wisten waar de radiopost zich bevond. Berekend en koelbloedig weet Broer Touw alle gegevens, die ook weer anderen in groot gevaar hadden kunnen brengen, te vernietigen. Zij die niet vallen in de strijd worden een dag later geëxecuteerd op de schiethei bij Ginneken. Wat is er gebeurd met het stoffelijk overschot van Broer? Leo Touw: "de familie hecht eraan dat hij, na de ter aardebestelling in Rijsbergen, op het kerkhof van Princenhage wordt herbegraven". Het dode lichaam van Broer is opgebaard aan de Haagweg 343. Velen zijn daarbij aanwezig om Broer de laatste eer te bewijzen. Dokter Hermans, Kees Maas, de knecht in de timmerfabriek, broers en zussen, iedereen. Men hoopt waardig van Broer afscheid te kunnen nemen. Daan, de priester Lazerist gaat samen met de dokter kijken. Het duurt niet lang voordat zij weer terug zijn. Een enorme teleurstelling is het gevolg. In bedekte termen wordt iets medegedeeld. De werkelijkheid is dat Broer niet kan worden getoond. Hij is door de razende horde niet doodgeschoten maar hij is doodgeslagen, de schedel middendoor. Moeder Touw heeft iets in haar handen geklemd. Het is de brief die Broer haar heeft gestuurd. Met een innige zoen, een zoen voor moeder en vader, ten afscheid, voor eeuwig, voor altijd. Die brief tekent naar mijn mening broer Touw. Hij is een bijzondere jongen, een kei van een kerel, een karaktermens! Op verzoek van de Oorlogsgravenstichting zijn de gesneuvelden op de Vloeiweide in 1979 herbegraven op het Ereveld in Loenen.
|