| Hoe leuk is het in Princenhage-Breda? 75 Jaar na het samengaan van de gemeenten Breda en Princenhage zijn twee dingen wel duidelijk geworden. Breda is op de eerste plaats verrijkt met een welvarend stadsdeel mét veel ruimte om te bouwen, dat door alle jaren heen tóch een eigen identiteit heeft weten te bewaren. Dankzij de kracht van de vele verenigingen waar ook nieuwe bewoners uit alle windstreken naadloos in integreerden. Reken daarbij nog het bijzondere, deels agrarische karakter van Princenhage, een krachtig ondernemersleven dat opbloeide vanaf de jaren '50, onderwijs voor de vele jongeren. Daarnaast op de tweede plaats: het bleef daarom leuk voor de Princenhagenaars én voor de nieuwelingen, want nergens in Breda -en we hopen nu niet teveel tegen de schenen van de Ginnekenezen te schoppen want eerlijk gezegd is het daar ook niet slecht- is het zó leuk wonen, werken en vooral leven als in Princenhage. Een overzichtelijk dorp in Breda, met een ondernemersplatform, een actieve wijkraad, mooie huizen, prima scholen, winkels, verenigingen en goede voorzieningen. In de nieuwe expositie van het Princenhaags Museum die start op 15 januari wordt de sluier opgelicht. De officiële opening die op 14 januari 16.00 uur plaatsvindt zal gebeuren door de motor van Princenhage en wel door de laatste 3 voorzitters van de Wijkraad Princenhage, Dorp in Breda: Han Broeders, Jos Schlangen en Marian Verheij.
Boudewijn van de Calseyde, historicus, zal in de openingsrede kanttekeningen zetten bij de geschiedkundige aspecten van het samengaan van Princenhage met Breda, of, zoals de tegenstanders zeggen: de annexatie van Princenhage. Werd het niet juist nóg leuker om in Princenhage te wonen dan eerst?
Vanaf 15 januari a.s. om 13 uur bent u welkom om dit te komen bekijken. Daarna is de tentoonstelling nog 5x open op de 2e zondag van elke maand. Nu nog op het gebruikelijke adres want over de groei van het Museum horen we dit jaar waarschijnlijk meer: het jasje waar ze nu inzitten -de oude ontvangstruimte van de begraafplaats Haagvelden- wordt te klein en men heeft in de directe omgeving een ander, groter pand op het oog dat na verbouw een nieuw waardig onderkomen zou kunnen worden. Maar voor het zover is, zijn we waarschijnlijk al weer in 2018. |