Berichten voor Princenhage
  Nieuwsarchief
  Evenementen
  Zoek winkel of onderneming
  Uitgaan en eten
  Winkelen in België/Frankrijk
  Princenhage in foto's
  Kerkelijk leven, moskee
  Weerberichten
  RECLAMEFOLDERS
  Albert Heijn
  Aldi Supermarkt
  Dirk van den Broek
  Etos Princenhage
  ISPC-Hanos
  Jumbo
  Lidl Prinsenbeek en Breda
  Makro aanbiedingen
  Sligro folders
  Winkelhart Etten-Leur
  Apotheken
  Banken/geldautomaat/Mr Cash
  Bibliotheek, digitheek
  Brandweer
  Dierenzaken
  Dokters, geneesheren, tandarts
  Gas en licht, energie
  Links naar andere sites
  Gemeente, afval, zorg, vervoer
  Internet, WiFi
  Musea
  Onderwijs, kinderopvang
  Politie
  Postkantoor
  Sport / recreatie
  Televisie kijken
  Verenigingen, sociaal werk
  Wonen in Princenhage
  Wijkraden in de omgeving
  Wijkblad-Lapteen-De Stem
  Princenhage in een notedop
  Colofon
  Genealogie Kuipers
  Zonwering Breda Nooren van der Avoird

 

 

 


Auto van de zaak in 2006 wordt dure grap

Nieuwe regels geven werkgevers hogere lasten en meer risico
Met ingang van 1 januari 2006 verandert de fiscale behandeling van de auto van de zaak ingrijpend. Tot nu is het fiscale voordeel van de auto van de zaak in de regel een privé-aangelegenheid van de werknemer. Maar vanaf 1 januari 2006 is dit een zaak van de werkgever. De wijziging van de regeling betekent waarschijnlijk extra werk en een toename van fiscale risico’s voor de werkgever. Het is raadzaam tijdig aandacht te besteden aan de nieuwe situatie en te overleggen met uw werknemers of werkgever over de mogelijke gevolgen. Onderstaand gaan wij nader in op de voorgestelde wijzigingen en de problemen die zich hierbij kunnen voordoen.


Bijtelling auto van de zaak
Werknemers met een door de werkgever ter beschikking gestelde auto worden geacht hiervan een privé-voordeel te genieten. Dit voordeel wordt momenteel in de inkomstenbelasting belast. Omdat het voor zowel de werknemer als de Belastingdienst bewerkelijk is om het werkelijke voordeel te bepalen, wordt al sinds jaar en dag met een forfaitaire bijtelling gewerkt. Behoudens te leveren tegenbewijs bedraagt deze bijtelling voor zowel 2004 als 2005 in beginsel 22% van de cataloguswaarde van de auto.

Auto van de zaak in 2006
Door de wijziging vanaf 1 januari 2006 komt het privé-voordeel van een ter beschikking gestelde auto onder de loonheffing. De werkgever dient - behoudens te leveren tegenbewijs - over dit voordeel maandelijks loon- en premieheffing af te dragen. Het voordeel van een auto van de zaak behoort vanaf 1 januari 2006 ook tot het loon voor de werknemersverzekeringen. Bij een loon beneden het maximale premieloon zijn werkgever en werknemer dus meer premies werknemersverzekeringen verschuldigd.

Een werkgever dient voor alle werknemers met een auto van de zaak, in beginsel 22% van de cataloguswaarde van de auto als loon in natura in aanmerking te nemen. Het voordeel dient tijdsevenredig toegerekend te worden.

Voorbeeld
Bij de werknemer met een auto van de zaak met een cataloguswaarde van € 25.000 dient op jaarbasis een bedrag van € 5.500 als loon in natura te worden aangemerkt. Dit betekent dat elke maand een bedrag van € 458 bij het loon moet worden geteld. Uitgaande van een belastingtarief van 42% zal deze werknemer dus € 192 per maand aan belasting betalen via zijn werkgever. Daarbovenop komen dan eventueel nog (bij een werknemer die minder verdient dan het maximumpremieloon), voor zowel werkgever als werknemer, de premies werknemersverzekeringen. 

Tegenbewijs
Er vindt geen bijtelling plaats wegens privé-gebruik als de werknemer op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé rijdt met de ter beschikking gestelde auto. Dit tegenbewijs wordt nu door de werknemer bij zijn aangifte inkomstenbelasting geleverd. Vanaf 2006 is de werkgever medeverantwoordelijk voor het aanleveren van het tegenbewijs. Immers, de werkgever is dan degene die verantwoordelijk is voor de juiste afdracht van loon- en premieheffing.
Voor het aantonen van een privé-gebruik van 500 kilometer of minder geldt een vrije bewijsleer. Deze kan onder meer op de volgende manieren (al of niet in combinatie) worden geleverd:

  1. volledige rittenadministratie (registratie van zowel de zakelijke als privé-ritten);
  2. aanvulling op het arbeidscontract met een verbod op privé-gebruik en controle door de werkgever;
  3. auto blijft na de werkzaamheden achter bij de werkgever.

De mogelijkheid bestaat om vooraf afspraken te maken met de inspecteur over de wijze waarop de kilometers worden bijgehouden. Er is aangekondigd dat er een waterdicht model voor het bijhouden van de kilometers zal worden ontwikkeld ten behoeve van de praktijk.

Voorspellen
Het is moeilijk te voorspellen hoeveel kilometers een bepaalde werknemer in een jaar maakt. De werkgever kan natuurlijk de voor hem veiligste weg kiezen en standaard de bijtelling tot het loon rekenen. De werknemer kan dan in de aangifte inkomstenbelasting aantonen dat er geen bijtelling voor privé-gebruik plaatsvindt. Dit kan echter pas na afloop van het belastingjaar.

Stel dat de werknemer aangeeft dat hij de auto van de zaak niet privé zal gebruiken. De relatie met de werknemer zal er niet beter op worden als de werkgever, om zijn eigen risico’s te beperken, toch besluit om iedere maand rekening te houden met 1/12e van de bijtelling op jaarbasis. Dit kan tot pittige discussies leiden.

Problemen kunnen ook ontstaan in andere situaties. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als de werkgever in de maanden januari tot en met mei op verzoek van de werknemer geen rekening houdt met een bijtelling, maar de werknemer in juni toch met de auto van de zaak op vakantie naar Spanje gaat? Wat gebeurt er bijvoorbeeld als naar aanleiding van een looncontrole een naheffingsaanslag loonheffing en een correctienota SV-premies wordt opgelegd over het privé-gebruik? Kan dit zomaar verhaald worden op de werknemer?

Eigen bijdrage van de werknemer
Een ander belangrijk aandachtspunt is de eigen bijdrage van de werknemer. Alleen bijdragen van de werknemer in verband met privé-gebruik mogen in mindering worden gebracht op de bijtelling. In de praktijk blijkt bij de aftrek dat hier niet altijd aan wordt voldaan. Veel bedrijven kennen een regeling waarbij werknemers een eigen bijdrage zijn verschuldigd, maar waarbij niet duidelijk is waarvoor deze bijdrage nu eigenlijk bedoeld is. Bijvoorbeeld een bijdrage voor een duurdere leaseauto dan het zogenoemde mobiliteitsbudget.

Werkgever en werknemer doen er verstandig aan om de bestaande afspraken tegen het licht te houden en de regeling eventueel te herzien. Als achteraf bij een looncontrole blijkt dat de eigen bijdrage ten onrechte in mindering is gebracht, zal er aan de werkgever een naheffing van loonheffing worden opgelegd. Dit bedrag kan behoorlijk oplopen over een periode van vijf jaar.

Ook is het van belang te bekijken op welke wijze vorm moet worden gegeven aan de eigen bijdrage. Is het bijvoorbeeld gunstiger om dit uit het netto- of het brutoloon te doen? Op welke wijze kan de auto van de zaak en de eigen bijdrage het beste worden ingebracht in een zogenoemde cafetariaregeling? Hoe moet dan de formulering exact zijn, zodat zowel werkgever als werknemer geen risico’s lopen?

Neveneffecten
Nu de auto van de zaak per 1 januari 2006 tot het loon gaat behoren, kan dat ook gevolgen hebben voor overige loongerelateerde regelingen, bijvoorbeeld:

  • verhoging grondslag levensloopregeling;
  • verhoging grondslag voor berekening van de zogenoemde 30%-regeling
    (Op grond van deze regeling kan de werkgever onder voorwaarden een onbelaste kostenvergoeding van 30% van het loon betalen aan in het buitenland geworven werknemers.);
  • De bijtelling wordt in aanmerking genomen voor de bepaling van het gebruikelijk loon van de directeur-grootaandeelhouder.
  • De bijtelling heeft geen gevolgen voor het pensioengevend loon.

De werkgever zal in bepaalde gevallen dus ook rekening moeten houden met deze neveneffecten en hier goede afspraken met zijn werknemers over moeten maken. Dat geldt des te meer als er nettoloonafspraken zijn gemaakt.

Tot slot
De verwerking van de auto van de zaak in de loonadministratie brengt de nodige administratieve lasten met zich mee. Werkgevers lopen vanaf 2006 fiscaal risico als de auto van de zaak niet op een juiste manier wordt verloond. Het is voor werkgevers belangrijk dat men met werknemers waterdichte, schriftelijke afspraken maakt, bijvoorbeeld over het niet-gebruiken van de auto voor privé-doeleinden en het daarover te voeren bewijs. Voorzover deze afspraken nog niet zijn gemaakt, is het raadzaam om dit tijdig te doen.


Overige nieuwsberichten