Berichten voor Princenhage
  Nieuwsarchief
  Evenementen
  Zoek winkel of onderneming
  Uitgaan en eten
  Winkelen in België/Frankrijk
  Princenhage in foto's
  Kerkelijk leven, moskee
  Weerberichten
  RECLAMEFOLDERS
  Albert Heijn
  Aldi Supermarkt
  Dirk van den Broek
  Etos Princenhage
  ISPC-Hanos
  Jumbo
  Lidl Prinsenbeek en Breda
  Makro aanbiedingen
  Sligro folders
  Winkelhart Etten-Leur
  Apotheken
  Banken/geldautomaat/Mr Cash
  Bibliotheek, digitheek
  Brandweer
  Dierenzaken
  Dokters, geneesheren, tandarts
  Gas en licht, energie
  Links naar andere sites
  Gemeente, afval, zorg, vervoer
  Internet, WiFi
  Musea
  Onderwijs, kinderopvang
  Politie
  Postkantoor
  Sport / recreatie
  Televisie kijken
  Verenigingen, sociaal werk
  Wonen in Princenhage
  Wijkraden in de omgeving
  Wijkblad-Lapteen-De Stem
  Princenhage in een notedop
  Colofon
  Genealogie Kuipers
  Zonwering Breda Nooren van der Avoird

 

 

 


Nieuwjaorke zoete, het varken heeft vier voeten....


EEN VERLOREN TRADITIE OM NIEUW LEVEN IN TE BLAZEN: NIEUWJAORKE ZINGEN IN ’T AOGJE. 

Door Rinie Maas

Nieuwjaorke zoete Een varken heeft 4 voeten 4 voeten en ne stert Dat is ’n centje werd
 

Ja, ja, dat is waar, ‘k wens gelukkig Nieuwejaar
Zò zongen ze dat de brakskes van Princenhage op de Princenhaagse Markt waar de rijke lui woonden, in de Voorstraat en Liesbosstraat en Dreef met zijn ambachtslieden. Er was ook 'concurrentie'. Zong het ene groepje van Kapitein, waar de vriendjes en vriendinnekes bij aansloten over een varken met vier voeten; dan kende het groepje van Smans en anderen er – retorisch - een over een wit konijn:

Nieuwjaorke hottentot Ons vader heed ne kletskop Ons moeder is een wit konijn Moekik daar dan een kind van zijn
. 

Aan het eind van het jaar waarin al enige ingewikkeldheden van het leven waren geleerd; de school, de catechismus, enz. enz. moest de kinderziel lucht kunnen geven aan zijn eigen gevoelens. Dat vader kaal was (het aantal jaren kon worden vermeld) en moeder grijs mocht iedereen gerust weten. Was nu Sloekers de smid in de Voorstraat met luide slagen van de smidshamer bezig met het uitdeuken op het aambeeld van de wielen van een stootkar, zonder dat hij het vuur met de blaasbalg had kunnen verheten dan gebeurde het dat hij, geheel naar waarheid, ietwat kregelig terugzong: 

Nieuwjaorke zoete ‘k heb kouwe voete ‘k heb ne kouwe rug Kom volgend jaor maor terug. 

Waarna de smid met enkele lekkernijen en gebakken pinda’s in eigen vuur lachend naar voren ging. Mevrouw Blankers-Van de Velde was de rijkste vrouw van 't Aogje. Ze woonde tegenover de St. Martinuskerk op de Markt nummer 4 (sinds 1940 is dat nummer 22) in een monumentaal huis. Met oudjaar zette ze in de gang een tafel waarop de lekkernijen naar keuze lagen uitgestald. De tafel was met een draad verbonden met een loodzware kast Lodewijk de Veertiende stijl. Er kon ook een dief aanbellen. Die had dan de kans een heel interieur in handen te hebben. Met grote kans om door dorpsveldwachter Wagemakers opgepakt te worden. Deed er ene van Legranse een te grote greep dan klonk haar stem: "Iene keer kiezen en pakken!".

Een mooi bedrijf dat Nieuwjaorke zingen in dit patrimonium. Ons moederke was een Princenhaagse. Haar ouders boerden aan de Bredestraat in het kerkdorp Beek. Rika was een ondeugend mèske van jongs af aan. In de bende die naar school ging, door als kind aan te sluiten vanaf het huis van de polderwachter, voorbij De Keihoef over de lange zandbanen, was ze de aanvoerder. Er zijn jongens die, zo jong, snel groeien en zulke lange benen hebben dat ze er voortdurend mee in de knoop lijken te geraken. Ze lopen in de groep al gauw in de weg. Rinus, haar broer, was zo’n kereltje. Onderweg waren er stevige stoeipartijen waarbij heel de kindersliert over de grond rollebolden. En zo werd er met de snuiten in het zand van de landweg geducht elkaars vriendschap 'afgeklopt'' dat er door het stof dat opwolkte geen kind meer te zien was. Maar Rika lette altijd scherp op wat er gebeurde. Tussen de herenboeren en de dag-arbeiders was er natuurlijk standsverschil maar niet…tussen de kinderen en dat was er nog minder als de bende geen draad meer aan het lijf had van het vechten. Maar…werd Rinus teveel belaagd dan kwam Rika ertussen met haar broodtrommel en sloeg de koppen uit elkaar. “Met een plastic trommel?”…vroeg ik alsof ik niet wist dat er voor de oorlog nog geen plastieken fabricage was. “Neen, met een ijzeren en met de rand, dat komt harder aan”. Rika was altijd op avontuur. Ze had leut over alles wat ge met de bende, na de school deed. En dat was in deze tijd de traditie om met elkaar langs de boerderijen en huizen te gaan om Nieuwjaorke te zingen, een traditie die in Galder en verschillende andere dorpen nog hardnekkig en met animo wordt voortgezet maar die in Princenhage alleen nog voortbestaat in het geheugen dat we even opfrissen. 

Wat zongen in navolging de Princenhaagse brakskes zoal nog meer? En hoe gebeurde het en op welke dag? Wel, met een zak voor de buik van 20 x 30 centimeter van keukendoek of andere stof en een lint om de hals was de meute voor de 'omhaling' gereed. Dat zijn nu papieren of plastic zakken geworden. De dag dat getracht werd wat bij de mensen los te peuteren was strikt Oudejaar, een dag die mensen week maakt omdat zij weten dat zij ouder worden, linea recta richting doodskist en de kalender gewoon doortelt. Het favoriete Aogse liedje dat werd gezongen in de volksbuurt Oosteind, waar echte deugnieten woonden, is het citeren waard en luidde, hoewel de opvoeders, voor zover die er waren, de schoolmeesters en pastoors fel gekant waren tegen de tekst van het lied als volgt: 

Nieuwjaorke hottentot Ons vader heeft in zijn broek geprot had hij zoveel niet gegeten Had hij niet in zijn broek gescheten. 

Een welkome afwisseling dat lied als heel de avond om centen en snoep te vergaren deugdelijke liedjes waren gezongen: 

Nieuwe jaorke ouwe, de katjes zen verkouwe, ze zitten in een schuitje, ze blazen op een fluitje, ze roepen jaor op jaor, ik wens u een zalig nieuw jaar.
 

De traditie moge ons vertederen ze heeft ook een harde maatschappelijke kant. Hoe verder de folklore teruggaat hoe ruiger het toegaat. In 1785 grepen nieuwjaarzangers elders hun kans. Hun lied om iets te krijgen was blijkens een keur uit dat jaar verre van vertederend en zo opgesteld om “den luiden iets af te nemen of te eisen”. Er bestaan getuigenissen van nieuwjaarszangers die huizen binnendrongen en zich ongevraagd te goed deden aan wat op tafel te eten en te drinken stond. Waarna enigszins dronken er nog een toegift voor de bewoners was: “Boven aan de hemel, hangt een zak met zemel, iedere zemel kost een duit, hang den gierigen bliksem uit”. In ‘De Moeder’ en ‘Grueten Broos’ van Stijn Streuvels, van deze grootste Belg onder de schrijvers, lezen we dat kinderen worden ingezet om centen los te maken. Hoe ze keer op keer de kou in worden gestuurd. Sneeuwjachten die hun handjes tot bevroren vuistjes maken. Niet meer in staat te kloppen of te bellen. In armelijke huizen wordt gefeest vanwege Oudjaar terwijl ‘vaake’ en ‘maake’ en de buren bij elkaar de jeneverfles ledigen en met geprikkelde zinnen hun troef van hun kaartspel inzetten om de pot te hebben. Het door de kinderen opgehaalde geld wordt hiervoor gebruikt. En ze hoorden: “Is dat al… de vrekken!” 

Het is niet aannemelijk dat een in welvarender tijd in deze vorm deze traditie terugkeert. Deze regels heb ik koud aan het papier toevertrouwd en voor mij kantelt een berg krantenknipsels (Want ik spaar kleine opvallende berichten). In één oogopslag zie ik dat in deze tijd (vanwege de Voedselbank?) het Nieuwjaorke zingen enorm aan terrein herwint vooral in de Belgische Kempen. Met vader en moeder zingend aan de zijde van de kinderen. Soms vluchtelingen. Zo kan het ook en zo kan een verloren traditie toch nut hebben. Nog even Nieuwjaar toen. Rika hoopte dat ze aan de deur weggejaagd werden. Want dan kon ze verderop inzetten: “Hoog huis, laag huis er zit een gierig pin in huis”. Zo’n liedje zingen maakte het Nieuwjaorke zingen compleet. Een ondeugende bezigheid die is geweest!

Rinie Maas

Overige nieuwsberichten